Op 7 november 2018 is het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (“WAB”) bij de Tweede Kamer ingediend. Als de Eerste en Tweede Kamer instemmen met het voorstel zal de wet naar verwachting per 1 januari 2020 in werking treden.

De wet moet het voor werkgevers aantrekkelijker maken om werknemers in vaste dienst te nemen door de kloof tussen vaste contracten en flexibele arbeid te verminderen. De hoofdpunten uit de WAB zijn:
1. Verruiming ketenregeling
De huidige periode van maximaal drie tijdelijke contracten in twee jaar zal worden verruimd naar maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar.
2. Verlenging van proeftijd
De maximale proeftijd voor contracten voor onbepaalde tijd zal worden verruimd van twee naar vijf maanden.
3. Introductie van een cumulatiegrond in het ontslagrecht
Nu kan het ontslag alleen worden verkregen indien aan één van de acht ontslaggronden wordt voldaan. De cumulatiegrond geeft de rechter de mogelijkheid om meerdere gronden voor ontslag te combineren; bijvoorbeeld verwijtbaar handelen gecombineerd met disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie.
4. Recht op transitievergoeding
Op grond van de WAB krijgen werknemers vanaf de eerste dag van hun dienstverband (inclusief de proeftijd) al recht op een transitievergoeding. Onder de huidige regelgeving heeft een werknemer pas recht op een transitievergoeding als hij minimaal twee jaar in dienst is geweest.
5. Payrolling (juridische overdacht van het werkgeverschap)
De arbeidsvoorwaarden van payroll werknemers moeten ten minste gelijk zijn aan de arbeidsvoorwaarden van werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever.
6. Oproepcontracten
Bij een oproepovereenkomst moet de werkgever de oproepkracht ten minste vier dagen van te voren oproepen. Indien hij dit niet tijdig doet dan hoeft de oproepkracht geen gehoor te geven aan de oproep.
7. Werkloosheidswet
Op grond van de WAB vallen voor werkgevers de WW-premies lager uit indien een werknemer een contract voor onbepaalde tijd wordt aangeboden in plaats van een tijdelijk contract.